Surinaamse, Antilliaanse en Arubaanse vrouwen werken het hardst

Uit statistieken van het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek(CBS) blijkt dat vrouwen van Surinaamse en Antilliaanse afkomst ten opzichte van andere bevolkingsgroepen de meest arbeidzame zijn van Nederland. Surinaamse, Antilliaanse en Arubaanse vrouwen zijn het vaakst aan het werk. De bovenstaande groep heeft vaker een voltijdbaan afgaande op de cijfers van het CBS.

Van de werkende autochtone vrouwen heeft slechts 27 procent een voltijdbaan, tegenover maar liefst 46 procent van de tweede generatie niet-Westerse vrouwen. Bij de eerste generatie niet-Westerse vrouwen ligt dat percentage op 36. Vergeleken met autochtone vrouwen werken niet-Westerse vrouwen minder vaak in kleine deeltijdbanen van 12 tot 24 uur per week.

Van de niet-Westerse vrouwen die in Nederland zijn geboren heeft 14 procent zo’n baan, bij de autochtone vrouwen is dat ruim twee keer zoveel.
Met name Surinaamse, Antilliaanse en Arubaanse vrouwen maken veel uren.

Onder vrouwen met een Surinaamse, Antilliaanse en Arubaanse achtergrond is de arbeidsdeelname met 75 procent vele malen hoger dan onder autochtone vrouwen. Vaak uit noodzaak, zo denkt het CBS, omdat deze vrouwen relatief vaak er alleen voor staan. Toch blijkt het in Nederland nog moeilijker voor allochtone vrouwen om aan een baan te komen dan voor de autochtone bevolking: minder dan de helft van de eerste generatie heeft een baan.

De vrouwelijke participatie aan de arbeidsmarkt neemt overigens wereldwijd gezien niet langer toe, blijkt uit een rapport van het Internationaal Monetair Fonds. Alleen in Latijns-Amerika groeide de afgelopen twee jaar het aantal werkende vrouwen enorm. In Noord-Amerika (55 procent) en Europa (50 procent) is het aandeel nagenoeg gelijk gebleven. In Aziƫ werken de meeste vrouwen: 63 procent.

Bron: www.NoSpang.com